Steeds meer ouders vinden hun weg in de verschillende methodieken om de ontwikkeling van hun kind met downsyndroom te stimuleren. Wij stellen u er hier twee voor.

Er zijn verschillende methodieken ontwikkeld om de ontwikkeling van het hele jonge kind te stimuleren. Zoals eerder vermeld is het belangrijk om te zien wat bij u en uw kind past en waar u zich goed bij voelt. En of u hiervan gebruik gaat maken. Het is onze bedoeling om u te informeren over de mogelijkheden, voornaamste is dat u plezier beleeft aan de ontwikkeling van uw kind.

MISC

Dit staat voor More Intelligent and Sensitive Children.

Prof.Dr. Pnina Klein in Israël heeft deze methode ontwikkeld; zij is ervan overtuigd dat mediërende interactie hét antwoord is op de vraag: “Hoe kunnen we (jonge) kinderen met specifieke opvoedings- en onderwijsvragen toerusten om deel te kunnen nemen aan de huidige maatschappij?”

Deze methode richt zich op het aanleren van een bepaalde interactiestijl, manier van met elkaar werken/omgaan, tussen ouders/opvoeders/leerkrachten en kinderen. Met als doel de cognitieve- en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind te stimuleren. Zodat bij het kind de behoefte ontstaat goed om zich heen te kijken, te luisteren, te voelen, te proeven, te onderzoeken, op zoek te gaan naar de betekenis van dingen, te zoeken naar relaties tussen dingen in de wereld en eigen ervaringen, nieuwsgierig te zijn, het waarom van iets te willen weten, samen dingen te doen en te willen leren.

Dit wordt toegepast eigenlijk gedurende de hele dag wanneer u samen met uw kind bezig bent: tijdens het in bad doen, tijdens het spelen, eten, knuffelen, op stap gaan. Eenvoudig toe te passen, wel met veel aandacht en liefde.

Meer info vindt u op www.mediatiemetmisc.nl en www.cesmoo.be

Early Intervention 

Dit is hulp aan heel jonge kinderen en peuters om de ontwikkeling te stimuleren. Dat kan aan de hand van het programma ‘Kleine Stapjes’ met later de aanvulling ‘Voorschoolse Vaardigheden’.

Kleine Stapjes kan worden gebruikt om van een individueel kind te bepalen wat het al kan en wat het nog niet kan. Het programma heeft de ‘gewone’ ontwikkeling tot de ontwikkelingsleeftijd van zo’n vijf jaar op een aantal gebieden in kleine stapjes verdeeld. Op het moment dat je weet dat het kind een bepaalde vaardigheid al enigszins beheerst, kun je in het programma lezen hoe je het kind kunt helpen die vaardigheid in allerlei verschillende situaties toe te passen en uit te breiden. Dat gaat dan vaak om alledaagse situaties die je ook tegenkomt in het gewone gezinsleven, regulier en speciale kinderopvang en kleuterklas. Als het kind een bepaalde vaardigheid nog niet beheerst, dan kun je lezen hoe je deze aan het kind gericht kunt aanleren. Dat vraagt vaak wat meer één op één aandacht, korte periodes dat je echt iets oefent, maar aan veel vaardigheden kun je ook wel terloops aandacht besteden. Het weten dat een kind een bepaalde vaardigheid op dit moment zou kunnen gaan leren, dat bewustzijn, helpt je al om de gelegenheid te benutten als deze zich voordoet.

Dit is aan te schaffen in de webshop.

Ouders kunnen thuis het programma volgen en houden zo zelf de regie in handen. Het programma is bedoeld om ieder kind individueel, gestructureerd, gedurende een langere periode thuis te begeleiden. Ook professionelen, kinderopvang en scholen kunnen prima werken met Kleine Stapjes.