Boesberg, André, (1999), “Anders is niet gek”, Fontein, Baarn (NL), ISBN 9789026115370, 102 blz.

Voor lezers vanaf 10 jaar.

Deze boekbespreking werd geschreven door Lies Hertens, zus van een jongen met downsyndroom.

Het boek gaat over een meisje, Anja. Ze heeft downsyndroom en zit in het gewoon onderwijs. Ze komt in de klas van Wessel, Arne, Peter, … De vader en moeder van Arne zijn kwaad omdat ze geen brief kregen om te zeggen dat er een nieuw meisje in hun klas komt. Het meisje is gehandicapt. Ze praat ook een beetje raar, bijvoorbeeld: als ze gezondheid zegt, spreekt ze het zo uit: “gesjondheid”. Raar hé? Ze houdt enorm van cijfertjes en letters. Ze kan die ook zeer lang onthouden. Arne vindt Anja veel leuker dan verwacht. Hij had drie konijnen gekocht. Daarvan mag Anja er eentje uitkiezen. Ze zegt over het konijn: “Konijn zacht en lief. Ik deze nemen.”

Een paar dagen later gaan Arne, Wessel en Peter naar school. Als ze de schoolpoort willen binnengaan, zien ze iets op de muur staan. Vlug halen ze de meester en ze spoelen de muur weer schoon. Alles moet weg van de muur. Het was iets ergs over Anja.

Een tijdje later gebeurt er iets. Peter wordt aangereden door een auto. Het ergste is dat de auto gewoon doorrijdt. Er ligt een beetje bloed op de weg. Later komt er een ziekenwagen. Peter moet naar het ziekenhuis. Hij is er erg aan toe, hij heeft een hersenschudding. Ook is er een bot verschoven, dus been in het gips. De politie start een onderzoek. Anja zag het ongeluk gebeuren en ze zag dat Peter nog een stukje over de weg kroop. Meer weet ze niet.

Arne en Wessel gaan op die plek zoeken. Ze vinden een stukje oranje glas, glas van een auto. Tijdens een rekenles zegt Anja tegen Arne dat ze het telefoonnummer (zo noemt Anja een nummerbord) van de auto die Peter aanreed, nog kent. Ze weet dat er PL op het nummerbord stond. Arne en Wessel gaan dit aan de politie vertellen. Arne vertelde dit ook aan zijn zus Emma. Die avond als Arne al slaapt, moet Emma haar fiets nog wegzetten. Als ze dat heeft gedaan, stormt ze de trap op. 

En komt ze bij Arne binnen. “Arne, Arne, ik weet wie Peter heeft aangereden. Het is je broer Joost, hij heeft PL op zijn auto”. “WAT?” “Heeft Joost het echt gedaan?” “Kom we gaan het hem vragen.” Voorzichtig kloppen ze op de deur van Joost. “Binnen”, zei hij. “Heb jij Peter aangereden?” Nu begrijpt Arne ook waarom de auto van Joost een tijdje in de garage moest. De volgende dag gaan ze naar de politie om Joost aan te geven. Arne is een beetje bang om bij zijn vrienden te komen.

Alle kinderen van de klas mogen mee met de boot van de ouders van Anja. Ze maken een vreselijke storm mee. De meester valt overboord en Wessel en Arne moeten hard werken om de meester weer aan boord te brengen. Als Peter terug naar school mag, hebben ze een groot feest met een lied en pannenkoeken en nog veel meer.

Tijdens dit verhaal is de moeder van Arne vaak boos en verdrietig. Ze drinkt ook veel. Als Arne over Anja vertelt, zegt ze niets. Er is vaak ruzie thuis. Toevallig ontdekt Arne in een stapel oude foto’s een foto van zijn mama die zwanger is. Op de foto staat 1982. Dat is niet het geboortejaar van Emma of Joost of Arne. Hij ontdekt ook een foto van een graf met de naam Christine.

Was dat zijn zusje? Op het kerkhof vindt hij haar graf. Arne denkt er veel over. Op een avond vraagt hij aan zijn vader en moeder wie Christine was. Eindelijk vertellen ze hem alles. Christine was als Anja, ze leefde maar twee dagen omdat ze heel ziek was. De mama van Arne wou alles wegstoppen, ze wou er niet over praten. En toen kwam Anja op school en alles kwam weer boven. Ze praten er lang over.

Het was een mooi en tof boek. Ik heb zelf een broertje met downsyndroom. Het is waar: Anders is niet gek.